In het vragenuur tijdens de raadsvergadering vroeg Bernard Minderhoud (Gemeentebelangen) of de burgemeester zich in de brief van de winkeliers herkent en hoe dit zo heeft kunnen gebeuren. Ravestein verzekerde de raad dat ze zich wel degelijk betrokken voelt bij de ondernemers. Ze liet weten dat ze vanuit haar portefeuille openbare orde en veiligheid dagelijks bezig is met de coronacrisis, en ook dat er in Pijnacker-Nootdorp geen signalen zijn binnengekomen dat de rellen vanuit elders in het land zouden kunnen overslaan naar deze gemeente. “We houden de situatie goed in de gaten en monitoren ook de sociale media. Er is geen dreiging van incidenten in onze gemeente. Als die er wel zouden zijn, dan zou ik zeker contact opnemen met ondernemers.”
Geen werkbezoeken
Ravestein vond ook dat het in deze periode waarin iedereen wordt gevraagd om thuis te blijven geen goed beeld zou geven als ze zelf allerlei werkbezoeken zou afleggen. “Maar in alle uitingen die ik gedaan heb, heb ik ook steeds uitgesproken dat ik meeleef met de ondernemers die het ontzettend zwaar hebben, zeker ondernemers die dicht zijn. Het is heel pijnlijk om dat aan te zien. Langs die weg heb ik zeker getoond dat ik meeleef, maar voor de rest ben ik volop op de achtergrond met de openbare orde en handhaving bezig.”
De winkeliers van de Parade in Nootdorp hadden in hun brief ook gevraagd of de gemeente een deel van de kosten van extra beveiliging in het winkelcentrum voor zijn rekening wil nemen. Ravestein meldde dat een voorstel daarover dinsdag aan de orde is in de collegevergadering. Ze zal daar ook in het gesprek met de ondernemersverenigingen op ingaan.
Met dank aan: Paul Houkes
